Sommige mensen hebben er een neus voor, om op het juiste moment op de juiste plek te zijn. De Duitse schrijver en journalist Alexander Osang is zo iemand. In zijn boek 89 verbindt hij de twee belangrijkste politieke gebeurtenissen in zijn leven, namelijk de val van de Berlijnse Muur en de aanslag op het WTC in New York.
Osang is een Berliner en bovendien een Ossi en was dus in Berlijn toen de Muur werd geopend. Weliswaar lag hij op de avond van 9 november in zijn bed toen de eerste Trabantjes West-Berlijn binnenpruttelden, maar in de volgende dagen en weken was hij er getuige van hoe zijn land langzaam ophield te bestaan. Hij was er niet rouwig om. Nooit had hij gedacht dat het voor hem uitgestippelde pad binnen de DDR in een y-splitising zou veranderen die hem toegang tot de rest van de wereld zou verschaffen.
In 1999 vertrok hij naar New York en leefde zeven jaar lang in het lieflijke Park Slope in Brooklyn. Zijn kantoor lag in Manhattan en op 11 september 2001 bevond hij zich daarom opnieuw in het centrum van de wereld. Dit keer was hij klaarwakker. In plaats van weg te rennen, werd hij letterlijk door de plek des onheils aangetrokken en zag de tweede toren van het WTC vlak voor zijn ogen in elkaar storten. Iemand duwde hem op tijd een kelder in anders had hij het misschien niet eens na kunnen vertellen.
Wat ons betreft, heeft de uitgave van zijn nieuwe roman Lennon ist tot ook weer met timing te maken. Dit keer is de uitgave van het boek echter niet met een belangrijke politieke gebeurtenis verbonden, maar met iets dat alleen van betekenis was voor onszelf. Het beschrijft New York precies zoals wij het hebben beleefd. Lennon ist tot werd vlak voor ons bezoek aan New York uitgegeven en wij ontdekten het meteen na terugkomst. Daar zijn we blij om, want hierdoor heeft het ons beeld van de stad niet mee bepaald, maar bevestigd. Deze gelukkige samenloop van omstandigheden heeft onze herinneringen aan New York nog dierbaarder gemaakt. Dankzij Osang zijn ze in boekvorm verkrijgbaar, waardoor ze niet meer alleen in ons hoofd bestaan, maar voor iedereen toegankelijk zijn.
Twee weken geleden hebben we Osang in levende lijve ontmoet toen hij in het Brecht-Haus in Berlin-Mitte voorlas uit zijn nieuwe roman. Als een stel groupies hingen we aan zijn lippen en na afloop schoven we met een rood hoofd een stapel eigen werk onder zijn neus, dat hij – symphatiek als hij is – braaf heeft gesigneerd. Ik heb me afgevraagd waarom we zo zenuwachtig waren toen we oog in oog met hem stonden. Zo beroemd is hij helemaal niet. Ik denk dat het te maken heeft met de diepe gevoelens en emoties die New York in ons heeft losgemaakt en die nu door iemand in woorden zijn gevat. Ik beleefde in Brooklyn – om precies te zijn in Coney Island – één van de mooiste dagen van mijn leven en toen Osang naar aanleiding van een vraag van mij vertelde hij dat hij heel gelukkig was geweest in Brooklyn, raakte dat bij mij een gevoelige snaar. Ik ervaar dat als iets heel bijzonders en het is spannend om de persoon te ontmoeten die dit allemaal heeft bewerkstelligd.
Soms heeft Osang ook pech. Bij de laatste grote stroomuitval in New York in 2003 was hij even niet in de stad. Toch bleef hij niet met lege handen achter. Naar eigen zeggen stortte er op die bewuste dag voor zijn ogen een gevel van een gebouw in. Beter iets dan niets.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment