Wednesday, October 22, 2008

Berlijnse Notities - Ari & Nico

Al dagen loop ik met een ambivalent gevoel door Berlijn te dolen. In mijn binnenwereld heerst diepe ontgoocheling. Het begon allemaal afgelopen vrijdag met een prachtige hommage aan zangeres, filmster en fotomodel Nico, die dit jaar niet alleen zeventig zou zijn geworden, maar ook twintig jaar dood is. Onder de titel 70/20 traden daarom een aantal artiesten en kunstenaars in de Volksbühne op, die vroeger met haar hebben samengewerkt of die sterk door haar werden beïnvloed. Het was een stemmige avond waarop vooral de duistere, experimentele muziek van Nico centraal stond en haar grote betekenis voor de pop- en kunstwereld tot uitdrukking kwam. Ze was jarenlang de muse van Andy Warhol, had liefdesrelaties met onder andere Bob Dylan, Lou Reed en Alain Delon, speelde in La Dolce Vita van Federico Fellini, liet zich fotografreren voor Vogue en Chanel en maakte samen met The Velvet Underground één van de belangrijkste platen van de twintigste eeuw, The Velvet Underground & Nico. Ze ging ten onder aan excessief drugs- en drankgebruik.
Ik ben geen fan van Nico. Tot afgelopen week wist ik niet eens dat ze eigenlijk Christa Päffgen heet en in Keulen werd geboren. Toch ging ik naar de Volksbühne. Waarom eigenlijk? Misschien omdat haar stem Femme Fatale tot zo‘n onvergetelijk nummer heeft gemaakt dat me tot tranen toe roert. Of omdat ze een icoon van mijn jeugd was en herinneringen oproept aan een tijd die voorgoed voorbij is. Ik weet het niet. En het maakt eigenlijk ook niet zoveel uit. Ik was vrijdagavond daar en het was fantastisch. En toen gebeurde er iets raars. Aan het einde van de avond werd Nico‘s zoon Ari Boulogne naar voor geroepen. Hij bleef nog geen minuut op het podium, maar zijn verschijning sprak boekdelen. Hoeveel levens heeft hij al achter de rug, was alles wat ik dacht.
Gedurende het weekend bleef Ari ons bezighouden en we besloten op maandag nog twee films in het kader van het Nico Festival te bezoeken, Ari and Mario en The Velvet Underground and Nico, beide in 1966 door Andy Warhol opgenomen. Het werd een ontluisterende avond. In de Internet Movie Database heeft iemand over Ari and Mario een recensie geschreven onder de titel „Innocence en domesticity in a Warhol film“. De film is echter alles behalve een toonbeeld van onschuld en huiselijkheid. In de veel te kleine en aftandse kitchenette van een kamer in het beroemde New Yorkse Hotel Chelsea, waar Nico enige tijd verbleef, moet de travestiet Mario Montez op de vierjarige Ari passen, terwijl Warhol de camera laat draaien. Gedurende zestig minuten worden we er getuige van hoe een kind wordt geïnstrumentaliseerd en gereduceerd tot een object van een gewetenloze kunstenaar. De jongen wordt geen moment met rust gelaten en heeft in de kleine ruimte geen enkele mogelijkheid om zich terug te trekken. Ari zegt in de hele film niet meer dan een paar woorden en wil Montez alleen maar neerschieten met zijn speelgoedgeweer. De laatste tien minuten komt Nico terug van een middagje shoppen. Ze ziet er beeldschoon uit, maar de onzin die ze uitkraamt en haar labiele gedrag drukken meer uit dan alles wat ik inmiddels over haar heb gelezen. Ik vond de film maar moeilijk uit te houden en dat werd nog versterkt door het feit dat Ari Boulogne zelf bij ons in de zaal zat. De film is verschrikkelijk intiem en geeft de kijker een blik in de diepe afgrond waarlangs deze persoon heeft geleefd en waarschijnlijk nog leeft, en het is bizar er in zijn aanwezigheid naar te kijken. Wat ik verontrustend vond, was dat enkele bioscoopbezoekers het allemaal heel hilarisch vonden en onder de indruk waren van Nico en die overdreven opgemaakte Montez. Ik zag alleen maar Ari.
In de afgelopen dagen gingen er telkens een aantal beelden door mijn hoofd. Ik zie hoe Ari buiten de bioscoop zijn halfopgerookte sigaret terug in het pakje stopt en hoe hij aangeslagen op dat podium in de Volksbühne staat. Ik stel me voor hoe hij op zijn zeventiende door zijn moeder zijn eerste heroïnespuit gezet krijgt en hoe hij samen met haar door hun appartement kruipt, op zoek naar opium dat ze ergens hebben verstopt. Ik vraag me af wat die avond in de Volksbühne voor hem heeft betekent en probeer te begrijpen hoe het voor hem moet zijn, niet door zijn vermeende vader Alain Delon erkend te worden. Iets waar hij, zo blijkt uit een interview, erg naar verlangt. Ik ken hem niet en hij kent mij niet, en toch voel ik me betrokken.
Door Ari and Mario werd voor mij niet alleen de persoon Nico ontmythologiseerd, maar een complete subcultuur. Warhol en zijn Factory, Hotel Chelsea, Bob Dylan, Jim Morrisson en de Velvet Underground, ja zelfs Warhol‘s kunst die ik eigenlijk altijd heb bewonderd. Natuurlijk wist ik dat zich veel lelijks in Warhol‘s fabriek afspeelde, maar om op deze wijze te zien hoe hij mensen heeft geconsumeerd ten behoeve van zijn kunst vond ik ronduit shockerend. De aansluitende film The Velvet Underground and Nico kon me dan ook niet meer bekoren. Na veertig minuten hebben we de zaal verlaten. Ari ook.



Film & Boeken over Nico (en Ari)

Nico Icon
James Young - Nico: The End
James Young - Nico, Songs They Never Play on the Radio
Ari Boulogne - L‘amour n‘oublie jamais (helaas alleen in het Frans)
Bernard Violet - Les mystères Delon (helaas alleen in het Frans)

No comments: